Uw ouderdomspensioen gaat standaard in op uw 68ste verjaardag. Dat betekent niet dat u tot 68 jaar moet doorwerken. U kunt ervoor kiezen om eerder met pensioen te gaan. Dit kan op zijn vroegst op uw 57ste.
Gevolgen voor uw pensioen
Als u eerder met pensioen gaat, dan is uw maandelijkse pensioenuitkering lager:
- u bouwt minder pensioen op, omdat u eerder stopt met werken
- u doet in theorie langer met uw pensioen, omdat de uitkering eerder ingaat
Verder ontvangt u mogelijk nog geen AOW-pensioen van de overheid.
U bouwt minder partnerpensioen en wezenpensioen op wanneer u eerder stopt met werken.
Wat moet u doen?
Spreek met uw werkgever af of en wanneer u eerder met pensioen kunt gaan. Uw werkgever geeft dat aan ons door. Doe dit minimaal 6 maanden voordat u met pensioen wilt gaan.
Wilt u meer dan 5 jaar vóór uw AOW-leeftijd in deeltijd met pensioen gaan? Dan stelt de Belastingdienst de extra voorwaarde dat uw dienstverband wordt beëindigd voor het deel dat u in deeltijd met pensioen gaat. U moet hiervoor een intentieverklaring tekenen.
Wat kunt u doen?
Als u bijna de standaard pensioenleeftijd hebt, ontvangt u enkele maanden daarvoor automatisch een opgave van uw pensioen. Wilt u eerder met pensioen, dan kunt u een voorbeeldberekening van uw pensioen aanvragen. Neem hiervoor contact met ons op. Voordat u een besluit neemt, is het verder verstandig om te controleren wanneer uw AOW-pensioen ingaat.
Wat kunt u nog meer kiezen?
Wat kunt u nog meer kiezen?
- later met pensioen
- eerst meer pensioen, daarna minder
- eerst minder pensioen, daarna meer
- partnerpensioen inruilen voor extra ouderdomspensioen
- ouderdomspensioen inruilen voor extra partnerpensioen
- in deeltijd met pensioen
En als u hebt deelgenomen aan de beschikbare premieregeling: