Tussentijdse verhoging pensioen

Goed om te weten

Door de versoepeling van de regels, is het voor pensioenfondsen mogelijk om de pensioenen te verhogen. Het pensioenfonds moet dan voldoen aan twee voorwaarden. De eerste voorwaarde is dat de beleidsdekkingsgraad op 1 juli 2022 minimaal 105% is. De actuele dekkingsgraad mag niet onder de 105% zijn en door de toeslagverlening ook niet onder de 105% zakken. De tweede voorwaarde heeft te maken met de verwachting van het pensioenfonds om over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Hoe dit precies zit leggen we aan u uit.

Beleidsdekkingsgraad is gestegen
De dekkingsgraad van het pensioenfonds laat sinds het begin van dit jaar een goede stijging zien. Hierdoor is de beleidsdekkingsgraad ook gestegen. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen 12 maanden. Omdat deze hoog genoeg is, hebben we ruimte om deze verhoging te doen.

Onze verwachting: we verhuizen mee naar het nieuwe pensioenstelsel
Het bestuur verwacht uw huidige pensioenrechten en -aanspraken mee te verhuizen naar het nieuwe pensioenstelsel. Zowel het bestuur als sociale partners hebben deze verwachting uitgesproken. De sociale partners zijn de werkgevers en de werknemersorganisaties. De pensioenrechten zijn de bedragen die we betalen aan de mensen die nu pensioen van ons ontvangen. De pensioenaanspraken zijn de tot nu toe opgebouwde pensioengelden door (oud-)werknemers voor hun toekomstige pensioenuitkering. Deze bedragen samen verhuizen we mee naar een pensioen dat past binnen de nieuwe wetgeving (Wet Toekomst Pensioenen).

Effecten van tussentijdse verhoging voor verschillende generaties

Het bestuur beoordeelt ieder jaar of de pensioenen kunnen worden verhoogd. Lange tijd was dit helaas niet mogelijk als gevolg van de financiële situatie van het fonds en de wettelijke voorwaarden om de pensioenen te mogen verhogen. Naar aanleiding van de versoepelde regels om te mogen verhogen, heeft het bestuur met terugwerkende kracht per 1 januari 2022 de pensioenen met 3,28% kunnen verhogen.

Verhoging alleen als het verantwoord kan
Verhogen van de pensioenen is goed nieuws voor werknemers, oud-werknemers en gepensioneerden. Gepensioneerden merken dit direct in de portemonnee. Hun pensioenen stijgen direct. Toch is het bestuur ook kritisch. Is zo’n verhoging voor iedereen verantwoord? Is deze evenwichtig voor zowel de jongeren als de ouderen? Wegen de voordelen en de nadelen tegen elkaar op? Hieronder wordt getoond hoe het bestuur dat heeft beoordeeld.

Evenwichtigheid - kwantitatief
Het is de verwachting dat alle werknemers, oud-werknemers en gepensioneerden over enkele jaren overgaan naar een nieuwe pensioenregeling (zie ook onder bij Wet Toekomst Pensioenen). Als onderdeel van deze nieuwe regeling worden de huidige pensioenen ingebracht in dit nieuwe systeem. Dit wordt invaren genoemd. Alhoewel de nieuwe wetgeving nog niet exact duidelijk is, biedt de concept wetgeving wel voldoende handvatten om reeds een inschatting te maken van deze zogenaamde invaarexercitie.

Het bestuur heeft daarom – voor verschillende leeftijdsgeneraties – berekend wat de hoogte is van de in te brengen waarde in het nieuwe systeem zonder verhoging nu en wat de hoogte hiervan zou zijn na de verhoging met 3,28%. Op deze wijze kan worden bezien of pensioengelden nu (de verhoging) of in de toekomst (invaren) anders worden (her)verdeeld over verschillende leeftijdsgroepen.

Uit de berekening blijkt dat gepensioneerden er op langere termijn tussen de 0,4% en 1,6% op vooruit kunnen gaan als de verhoging van 3,28% nu wordt doorgevoerd. De voordelen worden groter naarmate iemand ouder is. Voor werknemers en oud-werknemers is er een beperkt negatief langetermijneffect van 0,3%.

Het effect van de verhoging van de pensioenen per 1 januari 2022 verschilt afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer.

Wet Toekomst Pensioenen
Door de verwachte nieuwe regels voor pensioen (Wet Toekomst pensioenen) komt er ook een nieuwe pensioenregeling. Het duurt nog enkele jaren voor die nieuw te vormen regeling in gaat. Met de verschillen van de regeling die nu geldt en nieuwe regeling houden we wel al rekening. Het bestuur heeft zich afgevraagd of de verhoging nu nadelig kan zijn voor eventuele maatregelen straks. Elke euro die we nu uitgeven door de pensioenen te verhogen, kunnen we straks niet gebruiken om sommige groepen te helpen als dat nodig is. Of om een reserve aan te leggen om grote dalingen in het verwachte pensioen op te vangen.

Conclusie
Het bestuur heeft de gevolgen van het besluit om de pensioenen tussentijds te verhogen voor verschillende generaties kritisch beoordeeld. Aangezien de pensioenen al vele jaren niet verhoogd zijn en de huidige inflatie erg hoog is hebben gepensioneerden nadrukkelijk behoefte aan een verhoging van het pensioen. Ook voor werknemers en oud-werknemers is het verhogen van de pensioenaanspraken van belang. Het bestuur heeft daarbij overwogen dat het besluit tot tussentijdse verhoging evenwichtig is en bovendien uitlegbaar en verantwoord is.

Wilt u meer informatie hierover? Neem dan contact met ons op.